Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, ten tijde van [29]Abjathar, den hogepriester, en de toonbroden gegeten heeft, die niemand zijn geoorloofd te eten, dan den priesteren, en ook gegeven heeft dengenen, die met hem waren? 29. Deze Abjatar wordt Achimelech genaamd 1 Sam.21:1, en zijn zoon wordt Abjatar genaamd. Doch het blijkt uit verscheiden plaatsen der Schriftuur dat den vader en den zoon deze beide namen gegeven worden. Zie 2 Sam.8:17, en 2 Sam.15:29,35; 1 Kon.2:26,27, en 1 Kron.24:6.